Energie en gezondheid
De Japanse kanj-tekens ‘rei-ki’ staan voor ‘universele levensenergie‘. In andere oosterse tradities en geneeswijzen spreekt men van prana of chi.
Wat duizenden jaren lang als universele levensenergie wordt ervaren, kon men al die tijd wel voelen, maar nog niet meten of begrijpen. Pas sinds de 19e eeuw hebben we meer inzicht in de werking van energie, dankzij nieuwe wetenschappelijke meetapparatuur, theorieën en methoden. Sinds Albert Einstein en de kwantumtheorie wordt het idee wetenschappelijk ondersteunt dat alles in het universum op fundamenteel niveau uit energie bestaat – ook het lichaam van mensen, dieren en planten. Energie vormt de basis van de chemie en daarmee van de biologie en de psychologie.
Ons lichaam is een zeer goede geleider van elektriciteit, doordat het voor 50-60% uit water en opgeloste zouten bestaat. Dit maakt het mogelijk voor onze hersenen om te communiceren via elektrische golven en frequenties; voor onze zenuwen om impulsen te geleiden via elektrische spanningsveranderingen; en zelfs voor onze cellen om met elkaar te communiceren via elektromagnetische velden en signalen. Kortom, het menselijk lichaam fungeert als één intelligent, elektrisch netwerk dat intern communiceert en zichzelf reguleert via energie.

Veel wetenschappelijke studies ondersteunen het idee dat desintegratie – verstoorde communicatie of afstemming tussen hersenen, zenuwstelsel, immuunsysteem en lichaam – verband houdt met psychische en lichamelijke klachten. De positieve effecten van integrerende therapieën als EMDR en mindfulness wijzen erop dat het bevorderen van interne integratie een belangrijke rol speelt in herstel.
Handoplegging doet precies dat: het kalmeert ons zenuwstelsel, helpt ons weer te verbinden met alle delen van onszelf en reguleert op die manier de stroom van energie en communicatie door ons lichaam.
De vele zenuwuiteinden die wij mensen in onze handen hebben, helpen mij en andere hooggevoeligen om subtiele afwijkingen in energievelden bij een ander waar te kunnen nemen. Tegelijk zorgt affectieve aanraking voor contact, ontspanning en verzachting, wat helpt om deze verstoringen op te lossen. Dat is hoe men via handoplegging responsief met het lichaam kan meewerken.
“When we touch our own suffering with awareness, we begin to heal.“
~ Thich Nhat Hanh
Geschiedenis van handoplegging
Handoplegging is een van de oudste spirituele en genezende handelingen in de wereldgeschiedenis. Het komt terug in meerdere culturen en religies, onder verschillende namen en stromingen.
- Egyptische priesters gebruikten handoplegging waarschijnlijk al voor rituelen rond reiniging, zegen, of initiatie rond 3000 v.Chr.
- De Boeddha (ca. 400 v.Chr.) zou mensen hebben genezen met zijn handen.
- Het komt voor in veel sjamanistische tradities over de hele wereld, van Siberie tot Latijns-Amerika.
- In de jaren 50-80 van de vorige eeuw werden in de Verenigde Staten nog nieuwe therapievormen geintroduceerd waarin handoplegging wordt toegepast, zoals Bio-Energetica, Therapeutic Touch en Healing Touch.
Er bestaat niet één vast instructieboekje voor handoplegging – op verschillende plaatsen, door verschillende eeuwen heen, hebben hooggevoelige mensen handoplegging intuïtief opgepakt en herontdekt. Zo ook de Nooise Joralf Gjerstad, over wie de Netflix documentaire Doing Good (2016) is gemaakt. Hieronder beschrijf ik nog een drietal invloedrijke personen die handoplegging beoefenden en bekend maakten.
Jezus Christus
Handoplegging komt voor in zowel de Hebreeuwse (Joodse) als Christelijke bijbel. Volgens het Nieuwe Testament heeft Jezus meerdere personen kunnen genezen met zijn handen. De messias zag zichzelf hier echter niet als een unieke uitzondering; volgens de Bijbel zou hij hebben gezegd dat anderen hetzelfde zullen doen: ”Ze zullen zieken weer gezond maken door hen de handen op te leggen.” (Nieuwe Testament, Marcus 16, 18). Binnen diverse stromingen van de Christelijke kerk wordt handoplegging tot op heden toegepast.

Franz Anton Mesmer (1734-1815)
In de 18e eeuw ontstond in West-Europa een vergelijkbare behandelingsvorm. Hier werd niet gesproken over ‘levensenergie’, maar over vloeistof: volgens de Duitse arts Franz Anton Mesmer kon een disbalans van bepaalde lichaamsvloeistoffen zorgen voor lichamelijke problemen. Hij noemde deze vloeistoffen: fluïdum. Waar hij eerder experimenteerde met magneten om deze balans te herstellen, begon hij later zijn cliënten te behandelen met slechts zijn handen.
Mesmer vond zijn verklaring voor deze behandelwijze in iets dat hij dierlijk magnetisme noemde. Ieder levend wezen zou volgens hem bezitten over deze kracht. Tot op de dag van vandaag zijn er behandelaars actief die handoplegging toepassen in de voetsporen van Mesmer. Vandaar komt de naam: magnetiseur.

Mikao Usui (1865 – 1926)
De Japanse grondlegger van het moderne, wereldwijd bekende leersysteem van reiki is Mikao Usui. Als docent theologie ging hij op zoek naar de manier waarop Jezus en Boeddha met handoplegging zieken genazen. Hiervoor bestudeerde hij 2500 jaar oude boeddhistische sutra’s en ging hij mediteren op een heilige berg.
Nadat de Japanner een spirituele ervaring kreeg tijdens meditatie, ontdekte hij een helend vermogen in zijn handen, waarmee hij zichzelf en anderen kon helpen genezen. In de jaren daarna heeft hij heel Japan doorgereisd om anderen deze heelmethode te leren.
Het leersysteem van Usui is via zijn leerlingen (en diens leerlingen) de wereld overgegaan en bestaat tot op de dag van vandaag. Het bevat een uitgebreid initiatieritueel, met vaste handposities, symbolen en geheime procedures. Usui’s eigen verhaal over het mediteren op de berg laat echter zien dat een initiatie door een ander persoon geen vereiste is om het helend vermogen bij jouzelf te vinden.

“Reiki is love. Love is wholeness. Wholeness is balance. Balance is well-being. Well-being is freedom from disease.“
~ Mikao Usui


